Tour du Mont Blanc (13-18 september 2015)

Nog één keer een terugblik op de Tour du Mont Blanc (13-18 september 2015), met foto’s van de “vaste” camera (mobiel zat
grootste deel van de tijd in een waterdicht zakje).
We hadden ons van tevoren afgevraagd of we überhaupt onze tentjes en kookgerei mee zouden nemen. Uiteindelijk hebben we,
afgezien van het “basiskamp” (camping Bellevue in Les Houches), slechts ½ nacht in de tent geslapen.
Het plan was, met “light” bepakking – 8-10 kg – als een stel “hardcore hikers” de route te bewandelen in minder dan de
gebruikelijke 8-10 dagen. Onze richttijd was 5-6 dagen, waarbij álles gelopen moest worden (geen kabelbaan, bus etc).
We namen weinig eten mee voor onderweg, het idee was om s’middags ergens te lunchen (refuge).
De afstand van de onze route bedraagt circa 160 km, met 8.000 hoogtemeters (8.000 omhoog en 8.000 omlaag).

In het kort:
Dag 1 (10,5 uur onderweg; Dénivellation+ 2.100 m; 30 km): Les Houches (camping Bellevue) – col de Voza – les Contamines
(lunch) – col du bonhomme – refuge de la Croix du bonhomme.
Dag 2 (10 uur, D+ 1.450; 30 km): Refuge de la Croix du bonhomme – col des fours – ville des glaciers – col de la seigne
(grens Frankrijk/Italië) – lac de combal (lunch) – col Checrouit (Maison Vieille).
Dag 3 (5,5 uur, D+ 1.150; 16 km): Col Checrouit (Maison Vieille) – Courmayeur – rifugio Bertone – rifugio Bonatti (lunch).
Dag 4 (10,5 uur, D+ 1.200; 33 km): Rifugio Bonatti – rifugio Elena – col Ferret (grens Italië/Zwitserland) – la Fouly
(lunch) – Issert – Champex-Lac (refuge “en plein air”).
Dag 5 (8,5 uur, D+ 1.600, 27 km): Champex-Lac (refuge “en plein air”) – col de Forclaz (lunch) – La Peuty – col de Balme
(grens Zwitserland/Frankrijk) – Le Tour – Tré le Champ (refuge La Boerne).
Dag 6 (10 uur, D+ 750; 23 km): Tré le Champ (refuge La Boerne) – col des Montets – chalet des Chéserys – La Flégère -
Chamonix (lunch + shopping) – Les Houches (camping Bellevue).

ZONDAG. Les Houches ligt op 1.000 m hoogte. We lieten de auto om 8 uur achter op de parkeerplaats van de Prarion
(kabelbaan). De eerste col was de Voza (1.653 m), direct in de regen, maar in de afdaling naar les Contamines (1.150 m) werd
het droog en zelfs zonnig, zodat we buiten op een terras konden lunchen. In 2013, toen we in Courmayeur gestrand waren,
hadden we de variant via de col de Tricot (2.120 m) genomen. Nu was finishen belangrijker dan de “mooiste” route.
Bovendien hadden we ons toen te veel laten leiden door het boekje van Noes Lautier, dat vrij negatief was over “jeepwegen”.
Met de jeepweg over de col de Voza was niks mis en een prima starter!
Bij de refuge La Balme (1.706 m) pauzeren we voor een cola, alvorens we de klim naar de col du Bonhomme (2.329) beginnen.
Twee Fransen, die in de refuge willen overnachten, worden zonder blikken of blozen de col over gestuurd, naar de refuge bij
de col de la croix du Bonhomme (2.483 m).
We klimmen bij de late middagzon en bereiken kort na na 18 uur de refuge. We besluiten niet meer af te dalen naar Les
Chapieux (1.554 m), omdat we al 10 uur onderweg zijn en het laatste uur in de schemering zouden moeten lopen.
We kunnen mee-eten in de refuge en onze tentjes opzetten in een “ring of stones” een paar 100 m verderop.
Als we na het eten onze tentjes opzoeken is het noodweer losgebarsten! Regen en harde wind! Ik durf m’n nachtkleding niet
aan te trekken, kruip met de loopkleding aan in de slaapzak. We hebben ieder een aantal (sea-to-summit) dry bags: 1 voor de
slaapzak, 1 voor kleding op het bivak (of in de hut), 1 voor het kaartmateriaal, 1 voor loopaccessoires (muts, handschoenen,
buff, extra paar sokken).
Om 2 uur s’nachts komt Ruud langslopen met de mededeling dat zijn tent onder water staat en dat hij naar de refuge gaat om
in de eetzaal te gaan liggen. Er klinkt af en toe onweer en dat stelt niet erg gerust. Een uur later volg ik hem, het blijft
noodweer en hoewel mijn buitentent iets groter is zie ook ik het water oprukken. Het bereiken van de hut is nog een aardige
onderneming, in het donker met je slaapzak onder de arm. Het pad naar de hut = een rivier. Ruud had met moeite de hut kunnen
vinden!
In de eetzaal liggen we bij de kachel, die nog nagloeit, een stuk aangenamer dan in onze kleine tentjes!
MAANDAG. De volgende ochtend is het opgeklaard, en afgekoeld, de tentjes staan nog, maar zijn bedekt met een laagje verse
sneeuw!
We doen navraag naar de variant over de col des Fours (2.665 m), deze is iets korter, we hoeven niet af te dalen tot Les
Chapieux (1.554 m), maar tot la Ville-des-Glaciers (1.789 m). “Dont’t wait too long” is het advies dat we meekrijgen. Het is
een prachtige variant, want op dit traject ligt verse sneeuw. Veel tijdwinst boeken we er echter niet mee, doordat we in de
afdaling van de col des Fours erg voorzichtig moeten zijn, op onze trailrunning schoenen (Salomon XA Pro 3D GTX voor mij,
Inov8 voor Ruud), om niet onderuit te gaan. Ruud vraagt mij niet te dicht achter hem te lopen, hij is bang dat ik hem in
mijn eventuele val zal meesleuren …
Vanaf de Ville-des-Glaciers gaat het weer omhoog naar de col de Seigne (2.516 m), de grens met Italië, opnieuw klimmen we in
de regen. Boven is het koud en winderig, geen plek om te stoppen. Iets onder de col is een “maison du parc” met een ruimte
waar wandelaars kunnen schuilen, maar deze is niet verwarmd en we koelen alleen maar af, zodat we snel verder afdalen. Lunch
was voorzien in de refuge Elisabetta Soldini (2.195 m), maar de hut ligt 100 m klimmen vanaf de TMB hoofdroute en we kunnen
dat niet opbrengen. We dalen verder af naar Lac Combal (1.975) waar we stoppen voor soep en brood in de refuge van die naam.
Eigenlijk hadden we vandaag Courmayeur willen bereiken, maar we moeten eerst nog klimmen tot 2.430 m! Ruud twijfelt, het
regent voortdurend, maar we hebben nog daglicht en de refuge Lac Combal spreekt ons niet erg aan. De omstandigheden zijn
totaal anders dan 2 jaar geleden. Toen was het prachtig weer en besloten we onder een lunch bij Maison Vieille op de col
Chécrouit (1.956 m) dat we de TMB niet in 4 dagen konden afmaken en dat Courmayeur ons eindstation zou worden. Nu arriveren
we op onze laatste benen, en aardig doorweekt bij deze sfeervolle hut, waar gelukkig plaats voor ons is! Aan tafel zitten we
bij een ouder echtpaar met zoon (naar later bleek dochter), die iedere ochtend om 6 uur vertrekken, omdat ze minder snel
lopen en op die manier toch nog voldoende afstand afleggen.
DINSDAG. Het ontbijt is vanaf 7 uur en we horen ruimschoots daarvoor het Franse gezin al stommelen en zich gereed maken voor
hun vroege start. Als wij om 8 uur vertrekken is het droog en dalen we in 2 uur af naar Courmayeur (1.226 m). Er is weinig
te merken van de Tor des Geants (TdG) die tegelijk met ons op zondag gestart is. Deze monsterrace over 330 km zal langs onze
route (tegengesteld) terugkeren naar Courmayeur. De eerste lopers worden echter pas woensdag in de loop van de dag verwacht.
We slaan wat energierepen in en beginnen aan de klim naar de rifugio Bertone (1.970 m). De klim hakt er behoorlijk in,
terwijl Ruud net bezuinigd had op het gewicht door z’n waterzak niet te vullen (enkel een bidon). Tot overmaat van ramp
blijkt de R. Bertone gesloten wegens verbouwing. Een groep Amerikanen moppert: “No Coffee”. Om van het gemopper af te zijn
stomen we door, “en balcon” maar toch steeds omhoog en dan weer omlaag, zo rond 2.000 m, tot de Rifugio Bonatti (2.025 m).
Het is nog vroeg, rond 13:30, maar de Rifugio Elena, aan de voet van de Grand col Ferret (2.537 m), die de grens met
Zwitserland vormt, is net deze week dicht gegaan. We nemen de middag vrij, om een beetje bij te komen. De Rif. Bonatti is
een grote hut, waar in de loop van de middag zeker 100 wandelaars binnen druppelen. Ruud leest wat bij de kachel (hij heeft
een e-reader bij zich), ik zit op een bankje buiten, en als de zon even doorkomt is er kort zicht op de Grandes Jorasses. De
organisatoren van de TdG zijn druk doende de laatste etappe van hier terug naar Courmayeur uit te zetten.
WOENSDAG. We vertrekken de volgende ochtend om 7:00 (ontbijt is al vanaf 6:00) en verlaten hier het TdG traject.
In zo’n grote hut krijg je soms weinig mee van de weersomstandigheden buiten. We pakken onze rugzakken op de slaapzaal bij
het licht van de hoofdlampjes. De luidruchtige groep van de vorige avond in de aangrenzende slaapzaal is al vertrokken! Als
we na het ontbijt naar buiten gaan regent het! Vandaag zou een betere dag worden, morgen de minste, dus dat belooft wat!
Eerst weer een stuk en balcon, dan afdalen naar Arnuva (1.769 m), daarna begint 1e klim van de dag naar de Grand col Ferret.
Bij Rifugio Elena (2.062 m) stoppen we kort in het winterverblijf, om even uit de wind en regen te zijn. Bij de klim naar
boven wordt het weer steeds slechter, we zien geen hand voor ogen. Vlak voor de col halen we het Franse gezin in dat we in
Maison Vieille ontmoet hadden. Zij gaan tot La Fouly vandaag, waar wij nog tot Champex door willen gaan.
In de afdaling van de Grand col Ferret maken we flink tempo, want we zijn doorweekt en stilstaan betekent afkoelen. Aan het
begin van de middag zijn we terug in de bewoonde wereld, en strijken we neer in La Fouly (1.610 m) voor lunch. We maken
flink meters en dalen nog verder af tot Issert (1.055 m). Na een korte stop beginnen we aan de 2e klim van de dag, naar
Champex-Lac (1.470 m). Op deze dag zijn we meer dan 10 uur onderweg, s’ochtends in de stromende regen, s’middags droog, maar
later in de middag gaat het niet zo makkelijk meer! We volgen een “parcours découverte”, maar hebben weinig oog voor de
educatieve informatiepanelen onderweg.
We arriveren bij het hotel/dortoir “En pleine air” en kiezen voor iets meer Franken voor de chambre in plaats van het
dortoir. In de kamer hebben we de ruimte om onze natte spullen uit te hangen. Van het thuisfront krijgen we steeds vragen
als: “is het nog wel leuk?” Het is duidelijk dat het ons qua weersomstandigheden niet meezit, deze keer.
We bestellen bier bij het eten om vocht en energie aan te vullen. Ruud gaat voor de halve liters.
DONDERDAG. We vertrokken we uit Champex, opnieuw met regen. Dit zou nog slechts het voorspel blijken te zijn. Een half uur
voor de col de Forclaz hield het op met zacht regenen, zodat we al doorweekt in de refuge aankwamen. Een korte pauze in het
ongezellige lokaal, met cola en een taartje. Afdalen naar La Peuty, waar we aan de 2e klim van de dag begonnen (900 m) naar
col de Balme. Het regende zo hard dat het pad een rivier werd, waar we tegenin liepen. Harde wind, een klap onweer en regen
die over ging in natte sneeuw. We waren in record tijd boven (2 uur), daar kregen we te horen dat de refuge ging sluiten!?
De stoeltjeslift zou aangezet worden om de mensen naar beneden te brengen. We waren zo verkleumd dat we daar niet in
durfden. Ternauwernood kreeg ik m’n handschoenen aan. We renden naar beneden, opnieuw in record tijd. Het was erop of
eronder: stoppen was geen optie. In Le Tour was het hotel gesloten. We liepen door tot de refuge La Boerne in Tré le Champ,
alwaar een heerlijke kachel en bier uit de Elzas. En een uitgelaten stemming en verhalen van andere wandelaars, die net als
wij aan het noodweer ontsnapt waren. S’avonds horen we dat de Tor des Géants is stilgelegd (er waren wel lopers gefinisht,
op woensdag): zijn wij toch mooi doorgegaan!
VRIJDAG: We gaan het halen! We nemen de bypass over de col des Montets (met mijn hoogtevrees durf ik de passage met de
ladders niet aan) en worden beloond met een steenbok én een gems op het pad vlak voor ons! Dan “en balcon” naar la Flégère,
wéér regen… Een korte pauze, dan afdalen naar Chamonix en eindelijk aan de tartiflette (en Leffe). Nog 8 km lopen naar les
Houches, want we mogen géén bus nemen.
We made it! De champagne gaat open en de oorkondes worden uitgereikt!