Tijdens een hardloopwedstrijd heb je bijna geen gelegenheid te communiceren met andere mensen. Ondanks de drukte ben je primair op jezelf aangewezen. Als je op de toppen van je kunnen loopt dan is een wedstrijd niet alleen een strijd met je lichaam, maar vooral ook met je geest. Het lichaam wil stoppen. Je moet jezelf er van overtuigen dat je door wilt.
Hieronder geef ik weer hoe ik de Halve van Amsterdam beleeft heb:
Goed getraind stond ik aan de start voor de Halve Marathon van Amsterdam. Qua duurvermogen heb ik me nog nooit zo goed gevoeld. Het vermogen om snel te lopen lijkt met het verstrijken van de jaren echter wel iets minder te worden. Desalniettemin had ik er erg veel zin in en had ik voor mezelf een ambitieus maar toch ook haalbaar doel gesteld. Het gestelde doel was om onder de 1:35 uit te komen. Geen PR (1:31), maar toch ook wel een heel pittig tempo.
De start en de eerste kilometer verliepen prima. Rustig zocht en vond ik het tempo van 04:30/km, om zodoende netjes op of net onder de 1:35 uit te komen. Al na een kilometer voelde ik een pijntje in de knie ontwikkelen. Tevens begon de blaas ook al signalen af te geven. Dat moet niet gekker worden, zo wordt het niks. Ik kon de pijn en de aandrang verbijten en het tempo ging omhoog. Het lichaam wilde sneller. Ik hield het bij 04:25 om te voorkomen dat de start kilometers te snel zouden worden. De doorkomst bij 5km was prima; Slokje water en weer gas er op. Veel andere lopers liepen gelukkig redelijk in hetzelfde tempo. Tegen de wind in kon ik een beetje achter wat brede schouders blijven hangen. De doorkomst bij 10km was ook goed: 43:55, met een gemiddeld tempo van 4:25. De 1:33 lijkt haalbaar.
Tijd om even een gelletje te nemen en nog een paar slokken water. Toch een beetje lastig dat slikken, gegeven het straffe tempo. Het tempo viel wat terug en tevens het realiseren dat je nog zeker 10km te gaan hebt. Iets rustiger tempo nu en even afwachten tot het 15km punt. Vanaf 15km kwam de wind in de rug, lange helling omlaag en gelijk zat het tempo weer op 04:25. Ik besloot dit tempo vast te houden, maar het werd wel wat lastiger. Ik moest moeite doen me te concentreren; rustig ademhalen, korte passen en ontspanning in het lichaam. Ik moest me dwingen. Ik was me tevens zeer bewust van de geur van bier en Hasj die sommige toeschouwers uitstootten. Overal bandjes. Amsterdam op zijn ‘gezelligst’. Gelukkig daar is het Vondelpark al. Nu nog maar 3km. Voor me was enige paniek, iemand trok bij het oversteken een dranghek omver en ik kwam bijna in een opstopping terecht. Heel veel toeschouwers gaven vleugels. Het tempo kroop omhoog en ik moest me beheersen om niet te gaan sprinten. Nog maar 1km te gaan en ineens ging het licht bijna uit. De maag was leeg en de energie voorraad op. Ik ga toch niet 1km voor de finish afhaken? Niet zeuren, de pijn en het holle gevoel verbijten en knallen. De laatste km een tempo van 04:18. Bij binnenkomst kwam er dankzij de vele enthousiaste toeschouwers een euforisch gevoel naar boven, alsof je voor jezelf iets heel bijzonders hebt gedaan…. Hoe relatief de prestatie ook was ten opzichte van anderen. De eindtijd was ruim onder de 1:34, dus een tevreden gevoel. Loopmaatjes Peter, Inge, Albert en Ellen ook allemaal uitstekend gepresteerd. Dat smaakt naar meer. Volgend jaar toch maar weer eens een echte marathon proberen?
André.